Over de familie van Stalbergen
Oorspronkelijk kwam de adellijke familie van Stalbergen uit de omgeving
van Well (LB), zo'n 30 km ten noorden van Venlo. Hier bevindt zich ook
nu nog de ruïne van de burcht 'de Stalberg', waarvan beweerd wordt
dat de bewoners 'het minder edel bedrijf van roofridder' uitgeoefend hebben.
Er is echter geen enkel bewijs dat de Venlose van Stalbergen's daar iets
mee te maken gehad hebben.
Hieronder staat een overzicht van de van Stalbergen's die eigenaar van
huis Stalberg geweest zijn.
Gerard
van Stalbergen sr. Gerard van Stalbergen heeft Huis Stalberg gebouwd.
Veel meer dan dit weten we niet van hem, behalve dat hij rond 1403 overleden
is en het huis aan zijn zoon, eveneens Gerard, heeft nagelaten.
Gerard van Stalbergen jr. was eigenaar van huis Stalberg van 1403-1445.
Van hem weten we meer, omdat hij vier maal 'peyburgemeester' van Venlo
is geweest. De peyburgemeester was verantwoordelijk voor de financiële
gang van zaken in een stad ('pey' komt van het franse payer: betalen).
Johan
van Stalbergen, de zoon van Gerard, was de eigenaar van 1445 tot 1501.
Hij was zelfs een nog succesvoller magistraat dan zijn vader, want behalve
'schepen' (lid van een rechtbank, die zowel over burgerlijke zaken als
over criminele zaken uitspraak deed) en peyburgemeester van Venlo, werd
hij acht maal 'regerend burgemeester' van Venlo en heeft hij in 1483 het
huwelijksverdrag tussen Willem van Baerle en Godefrieda Mercator bezegeld.
Leonhard
van Stalbergen erfde huis Stalberg in 1501. Ook hij was schepen en
enkele malen peyburgemeester van Venlo. Hij overleed in 1533 en liet het
huis na aan zijn vrouw Merry van Stalbergen, die het bezit ervan in hetzelfde
jaar overdroeg aan haar zoon, Jan van Stalbergen.
Jan van Stalbergen was toen al, in 1533, een van de voornaamste
leden van het geslacht van Stalbergen. Hij was in 1531 in Keulen tot doctor
'in de Beide Rechten' gepromoveerd (kerkelijk en burgerlijk recht? burgerlijk
recht en strafrecht?), is tweemaal regerend burgemeester van Venlo geweest
en werd in 1555 'drost' van het ambt Krieckenbeck. In die tijd was een
drost de hoogste gerechtsambtenaar in een bepaald gebied, en op gerechtelijk
gebied de plaatsvervanger van de vorst zelf. Jan van Stalbergen was dus
een belangrijk man. Dat blijkt onder andere uit dit
verhaal. Een paar andere feiten uit zijn leven:
Hij werd in 1549 Raadsheer aan het Hof van Arnhem, maakte in 1551 deel
uit van een commissie voor grensregelingen tussen Gulik en Gelderland.
Hij bemiddelde in 1559 bij een grensgeschil tussen Maasbree en Sevenum
en in 1561 werd hij naar Limburg gestuurd vanwege de onrust die de Wederdopers,
of anabaptisten (ketters, in die tijd) in Limburg veroorzaakten. Hij overleed
in 1567.
Caspar van Stalbergen erfde huis Stalberg in 1567. Ook hij was
een belangrijk man; hij was bijna 20 jaar lang 'scholtis' van Venlo. 'Scholtis'
of Schout, is de benaming voor de voorzitter van de raad van schepenen.
De scholtis was met name verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van
uitspraken van de schepenen zoals het innen van boetes, maar vaak ook
voor het toezicht op het onderhoud van wegen, waterlopen en dijken, de
handhaving van de orde en de aanhouding van misdadigers. Toen Caspar van
Stalbergen overleed had hij geen zoon. Lucia van Stalbergen, een van zijn
drie dochters, erfde huis Stalberg.
Lucia van Stalbergen was de laatste eigenaar van huis Stalberg
uit het geslacht van Stalbergen. Het is niet precies bekend wanneer zij
het huis in haar bezit kreeg, maar het moet omstreeks 1600 geweest zijn.
En omdat Lucia in 1591 -volgens huwelijkscontract- met Johannes Romer
getrouwd was, verviel haar bezit na haar dood aan haar kinderen, die de
familienaam Romer droegen.
|