|
Het leek zo'n klein stukje, maar na zorgvuldig meten blijkt dat we
voor ISDN, water, elektriciteit en riolering een sleuf van 36 meter
lang en een meter diep moeten graven.
Vol goede moed begon ik er zelf aan - met de hand. Na ongeveer twee
meter zag ik in dat dat verkeerde zuinigheid was.
Overigens regende het op deze dag voor het eerst deze zomer. Heel
fijn.
|
|
|
Het "minigravertje" was zo ter plaatse. Met chauffeur. Zelfs
met het gravertje kostte het nog altijd zo'n vier uur om de sleuf
dwars door wortels, talloze funderingsresten en andere troep te graven.
Voor Quinten en Quirijn was het ook een leuke afwisseling, een échte
graafmachine in de zandbak.
|
|
|
|
Zwager Rob heeft ook weer fanatiek geholpen. Maar onze mooie voortuin
was een slagveld.
Riolering is trouwens veel ingewikkelder dan het lijkt. En nee,
het moet niet te veel aflopen, want "dan loopt het water voor
de stront uit", zo zei Rob, de deskundige op dat gebied.
|
|
De sleuf mag weer dicht. Alle leidingen zijn aangesloten en getest.
Quint graaft fanatiek mee.
Ik kan alleen maar denken aan dat minigravertje. |
|
|
|
Johan, Sjaak en Rob helpen mee met het opbouwen van de aanbouw.
Vloer stellen, wanden plaatsen, het is zo gebeurd.
|
|
Ook de zware wanden aan de voorzijde zitten eigenlijk zo weer aan
de caravan vast.
|
|
|
|
Als later het dak erop zit, vecht ik samen met buurman Hans tegen
de tijd. Er komt weer regen.
Hans heeft weleens dakleer (of pappendeck, zoals ze hier zeggen)
gebrand.
Nou dat is inderdaad een vak apart. Alleen smelten, niet in de fik
laten vliegen, dat is de kunst. En het plakt aan alles. Ook aan
schoenzolen, die overigens vrolijk meesmelten.
Na afloop waren mijn schoenzolen waterdicht en zo'n drie centimeter
dikker.
|
|
|
|